Wafels, zoals we ze allemaal kennen. Maar dan met een eigen draai. Ik deed er vanille, kaneel en rozijnen bij en dat beviel heel erg goed.
Benodigdheden (voor 8 rechthoekige wafels):
- 150 g bloem
- 150 ml melk
- 1 zakje (8 g) bakpoeder
- 50 g boter
- 50 g kristalsuiker
- 1 groot ei
- 1 eetlepel kaneel
- 1 vanillestokje (of 1 theelepel vanillearoma)
- 30 g rozijnen
Splits het ei en doe het eiwit in een kleine kom en de eierdooier in een grote beslagkom. Meng in die beslagkom de eierdooier met de suiker. Doe hier de melk, de bloem, het bakpoeder en de kaneel bij. Meng dit alles goed door.
Laat dan de boter smelten en laat deze weer een klein beetje afkoelen. Let erop dat de boter wel wat afkoelt maar niet weer stolt. Laat ondertussen de beslagkom voor wat het is en klop het eiwit in de andere beslagkom stijf. Dit duurt zo’n vijf minuten en in die tijd is de gesmolten boter ook wel enigszins afgekoeld.
Roer dan de gesmolten boter door het beslag. Spatel vervolgens het opgeklopte eiwit er doorheen. Doe tenslotte de zaadjes uit het vanillestokje (of de vanillearoma) en de rozijnen erbij.
Verhit een wafelijzer en gebruik indien nodig boter of bakspray. Ieder wafelijzer is net iets anders dus hierin moet je een beetje je eigen weg vinden. Hetzelfde geldt voor de baktijd. Ik liet de wafels zo’n anderhalf à twee minuten bakken, maar ook dit verschilt per wafelijzer. Daarnaast kun je ervoor kiezen om je wafels wat krokanter en harder te laten bakken, of juist nog een beetje zacht. Een zachte wafel heeft net iets minder tijd nodig om te bakken. Probeer dit vooral zelf uit! En hè: ook een wafel die er wat minder mooi uit ziet, smaakt hartstikke prima!
Als je de wafels uit het wafelijzer haalt, en op een rooster laat afkoelen, worden ze nog wat harder. Als je ze in een (deels) afgesloten schaal legt, blijven ze lekker zacht.
Hoe eet jij je wafel het liefst? Met chocolade? Met citroen? Of “gewoon” met lekker veel poedersuiker?
Boter, Kaas & Eieren blog 